In 1958 had prof. Wieger Bruin een plan gelanceerd waarin de Alkmaarse binnenstad volledig werd vernietigd. In 1967 nam de Raad een aanmerkelijk mildere versie aan onder de naam “Basisplan 1967”. Daarin werden geen grachten meer gedempt, maar nog steeds werden doorbraken ingepland en doorgaand verkeer via een “binnenring” vlak om de stad heen geleid naar de Friesebrug en de Texelse Brug. Van deze binnenring maakten o.a. de Bierkade (in twee richtingen) en de Kanaalkade deel uit; het Victoriepark zou niet meer hebben bestaan. Nog niet bekend was toen dat de ondergrond van de Bierkade veel problemen zou geven; dit is later door de werkgroep SOS onder de aandacht gebracht. (De werkgroep is later omgezet in een officiële vereniging die een aantal jaren geleden de naamswijziging in Bewonersvereniging ‘Hart van Alkmaar’ doorvoerde).
Helemaal onbekend was toen nog dat de luchtverontreiniging door het verkeer zou leiden tot minder gezonde levensjaren voor de aanwonenden, en verongelukte fietsers waren gewoon deel van het dagelijks nieuws.
De doorbraken waren bedoeld om auto’s naar de winkelgebieden te leiden. Deze waren toen al gepland als voetgangersgebied maar vlak eromheen was een groot aantal forse parkeerterreinen gepland, waarbij zelfs het Waagplein niet werd ontzien. De parkeerterreinen zouden bereikbaar zijn via royale toegangswegen.
Naast de ontsluiting van het winkelgebied en het via de binnenring doorgeleiden van doorgaand verkeer had dit plan nog een derde doel: de sanering en ontsluiting van de oostelijke binnenstad. De meeste woningen en gebouwen in dit gebied waren al tientallen jaren niet goed meer onderhouden, en na de lancering van het plan Bruin in 1958 bleef dit onderhoud helemaal uit in afwachting van de realisatie. Het Basisplan voorzag in vèrgaande sloop van bestaande panden en vervanging door nieuwbouw. Goed te zien is dat de nieuwe bewoners zouden worden gezegend met ruim doorgebroken toegangswegen voor hun auto´s: bijvoorbeeld de beide Nieuwlanden, de Sint Jacobsstraat, de Nieuwstraat en de Wortelsteeg zouden ongeneeslijk worden gedotterd. En wie de kaart goed bekijkt ziet ook allerlei wegen lopen die er helemaal niet waren: doorbraken.
Het Basisplan was geen direct uitvoerbaar plan. Vanaf 1967 is ruim 20 jaar in de gemeenteraad touwgetrokken over de precieze manier waarop het zou worden uitgevoerd. In die tijd konden bedrijven en bewoners in de binnenstad in het spel komen met bezwaarschriften en tegenvoorstellen. De ondernemers deden dat al heel snel: reeds binnen een half jaar na de lancering van het Basisplan waren de eerste bezwaarschriften afgewezen. De bewoners, die van huis uit natuurlijk wel gemotiveerd waren maar niet georganiseerd, hadden echter een klein zetje nodig om zich te organiseren en in actie te komen. Dit zetje kwam uit een hoek waaruit je dat het minste zou verwachten: wethouder van Openbare Werken Joh. de Lange. Hij had een lijst ontvangen met 426 handtekeningen van bewoners die aandacht vroegen voor de leefbaarheid van de Oostelijke binnenstad. Daarbij had hij het kunnen laten, maar hij hield op 13 maart 1970 een hearing voor alle belanghebbenden in de Remonstrantse Kerk aan het Fnidsen. Daarin pleitte hij voor een werkgroep van bewoners voor “het onderhouden van contact tussen bewoners en gemeente”. Hij raadde de bewoners aan om in die werkgroep “geen raadsleden op te nemen om geen ongewenste complicaties op te wekken. De meeting werd besloten met een “definitieve werkgroep”. Contacten daarvoor waren mw. M. Rosa Rasch, dhr H. Kramer en dhr J. Oud. Bij hen konden bewoners zich melden met “wensen en suggesties voor de toekomstige sanering”. En die aanmeldingen kwamen er!
Op 28 april 1970 stond in het NHD: “Werkgroep ‘Sanering Oostelijk Stadsdeel’ snelt gemeentebestuur Alkmaar te hulp”. De Werkgroep SOS was inmiddels gevormd op basis van de aanmeldingen bij de contactpersonen, en het allereerste SOS-bestuur snelde het gemeentebestuur te hulp door een enquête te organiseren over de saneringsplannen. Dit allereerste bestuur bestond uit “secretaresse” (sic) mw Rosa Rasch (tevens voorzitter Vrouwenbeweging NKV, en mogelijk ook degene die de lijst met 426 handtekeningen had verzameld) en de leden mej. J.M. Slijkerman, A.F. Steenmeijer (voorzitter), H. de Vries, W. Hopman en M. Reuser. Van Steenmeijer valt op te merken dat hij samen met De Lange deel uitmaakte van vakbond NKV, en hem op 12 maart had gesteund bij het overleven van een vertrouwenscrisis i.v.m. de voordracht van kandidaten van de KVP voor de gemeenteraad.
De werkgroep ging te werk volgens een methode die nog steeds effectief is: het oostelijk stadsdeel werd opgesplitst in 5 straatblokken. In elk blok werd een subcommissie worden benoemd die de wensen inventariseerde en de enquête uitzette. De vragen in de enquête waren:
Voordat de enquête in juni zou worden gehouden werd op 11 mei 1970 wederom een bijeenkomst in de Remonstrantse Kerk gehouden, deze keer om de subcommissies per woonblok te vormen. Dit was de eerste plenaire bijeenkomst van de Werkgroep SOS met alle bewoners, en daarom beschouwen we deze datum als stichtingsdatum.
Over de uitslag van de enquête hopen we later meer te kunnen melden.